zaterdag 18 juli 2015

Vertrek en de eerste dagen op IJsland

Op weg naar IJsland.

Om half vier gaat de wekker, tijd om op te staan.
We gaan beginnen aan een reis van 40 dagen naar IJsland.
In november 2014 hebben we de overtocht al geboekt van Hirtshals naar Seydisfjördur op IJsland. Dat was noodzakelijk omdat je anders geen plaats meer krijgt aan boord. De belangstelling voor IJsland is de laatste jaren heel groot en de boot vaart normaal maar eenmaal per week, in juli en augustus 2 x per week.
Dus snel erbij zijn was noodzaak om deze expeditie met eigen auto te doen.
Om vier uur rijden we thuis weg richting Flensburg aan de grens met Denemarken.
Hier overnachten we in een backpackers hotel. We hadden ook naar een camping kunnen gaan maar het risico dat we alles nat moeten inpakken is te groot.
De boottocht duurt ongeveer 48 uur en als je dan je tent niet meer kan drogen heb je een probleem, vandaar deze optie.
Het is heerlijk rustig op de weg om deze tijd van de dag en we vorderen dan ook snel. Bij Denekamp gaan we de grens over om vandaar via Hamburg naar Flensburg te rijden. Om half twaalf staan we voor het hostel, lekker vroeg! Even vragen of we de kamer al kunnen betrekken.
Een allervriendelijkste dame ontvang ons en gaat informeren bij de house keeping of de kamer al schoon is. Met een grote glimlach komt ze terug en meldt ons dat de kamer over een half uur klaar is. De overnachtingsspullen gaan op de kamer en dan lopen we richting het centrum van Flensburg.

Alle winkels zijn gesloten natuurlijk (het is zondag) maar de terrasjes zitten lekker vol, het lijkt wel feest. En dat is het ook. Als we bij de haven komen zien we deze helemaal vol liggen met oude stoomschepen en zeilboten. Dit blijkt een jaarlijks terug kerend evenement.
Op de wal staan allerlei tentjes met bier en bratwurst, snoepwaren, ijsjes en vis. Ook zijn er kramen met tassen en kleding. Een gezellige boel. Hier kunnen we wel een paar uurtjes doorbrengen.
Bij een haringkraam proberen we een broodje te bemachtigen maar dat gaat niet zonder slag of stoot. Als we aan de beurt zijn begint een man naast ons zijn bestelling door te geven.
Als Renée zegt dat wij voor hem aan de beurt zijn wordt ze bijna uit haar schoenen geblaft. Hij zegt dat hij eerst werd aangesproken door de verkoper, maar vergeet er bij te vermelden dat Renée eigenlijk aan de beurt is.
Bij sommigen van onze oosterburen is het fatsoen nog ver zoek, jammer!
Na het lekkere broodje genieten we nog van de schitterende schepen en gaan dan weer richten hostel. Onderweg kiezen we nog een locatie waar we vanavond wat willen eten en dat wordt de Griek!! (We zijn tenslotte in Duitsland J!)
Dat blijkt geen miskleun. Er staat een heerlijk buffet met alles wat een Grieks restaurant maar te bieden heeft en we besluiten deze dag met glaasje Ouzo. De eerste dag van de 40 dagen is top.

Dag 2

Na een goede nachtrust gaan we op weg.
Eerst naar de Lidl om nog wat schnaps voor IJsland in te slaan omdat de prijs van dit vuurwater hier duidelijk goedkoper is dan op IJsland.
Vandaag is het nog maar een goede 360 km dus hebben we alle tijd.
We hebben een cottage gehuurd op een camping vlak bij Hirtshals, de vertrekhaven van de boot. Het is heerlijk relaxt rijden in Denemarken. De maximale snelheid is op de meeste autowegen 110 km per uur.
Na twee uur effe koffie bij Mac Donalds en gelijk even de mail checken.



Om 12.30 uur zijn we al bij camping Lönstrup waar we gelijk de sleutel krijgen van Cottage nr 1, een gezellig houten hutje met alles erop en er aan.
Voor we vanmiddag naar het strand en het kleine haventje gaan, moeten we eerst de auto nog een beetje ombouwen. We willen de spullen die mee aan boord gaan bij de hand hebben.

Aan het eind van de middag gaan we even het dorp en het strand bekijken. Het is allemaal vrij kleinschalig dus uren wandelen hoeft niet.
Een dorp met een leuke dorpskern en een prachtig strand. Wat extra opvalt is dat het er buitengewoon schoon is. Wat ook relaxt is: niemand schreeuwt naar elkaar ook de kinderen niet.
De campingbaas heeft ons een mooie zonsondergang beloofd en daar is het wachten op. Maar de lucht betrekt, dus moeten we wachten op betere tijden.
We gaan onder de wol.


Dag 3 en 4

Vandaag is de dag van inschepen. We moeten ons twee en een half uur voor vertrek melden en dat doen we ook. Als we dachten dat we de enige te zijn hebben we het mis. We zijn ruim op tijd in de haven en worden daar al naar een overloop terrein geleid, zo druk is het er. De ene auto is nog mooier uitgerust dan de andere en vooral 4x4 is erg in trek. 
Na een uur wachten en veel foto’s maken van elkaars vehikel gaan we aan boord.
Renée mag te voet en ik mag de auto aan boord rijden. Zo is alles toch eerlijk verdeeld. Het laden gaat op een hele beheerste manier, veel minder hectische dan in Zuid Europa. Die ervaring hebben we ook. Zes schreeuwende bemanningsleden die allemaal  wat anders roepen, dus chaos alom. Hier twee mensen die niks zeggen en alleen maar met de hand aangeven: tot hier en klaar. Zeer relaxt.
Na een uur vinden we elkaar weer terug in de hut.

Een uur later dan gepland vertrekt de boot onder het geluid van het Deense volkslied. De kaptein heet ons welkom aan boord en beloofd een rustig tripje met maar een windsnelheid van 10 meter per seconde. Renée is hier heel blij mee. Het eerste stuk is 30 uur naar Tórshavn op de Faeröer eilanden.
We hebben een ruime hut met goed comfort en goede bedden. En er is veel te beleven aan boord, wat wil een mens nog meer. We houden dit makkelijk 48 uur vol.

In Tórshavn schijnt de zon en het is leuk om naar alle bedrijvigheid te kijken van alle vertrekkende en nieuwe passagiers aan boord. De in Hirtshals opgelopen vertraging is volledig weggewerkt en precies 18.00 uur plaatselijke tijd vertrekt het schip verder op weg naar Seydisfjördur op IJsland.

Nog 15 uur en we zijn In IJsland. We brengen de avond door met lezen en het uitzoeken van de route of we met de wijzers van de klok mee rijden of er tegen in.
En dat hangt weer van het weer af. Om 21.00 uur horen we door de luidsprekers hoe laat we uit de hut moeten de volgende ochtend, dit in verband met het schoonmaken. De boot ligt maar kort in IJsland, ongeveer twee uur en moet dan al weer afgeladen op de terugweg.

Dag 5

Vroeg in de ochtend om een uur of 6 is er al veel bedrijvigheid en rumoer.
Iedereen wil wel een stoeltje bemachtigen om niet de laatste twee uur aan boord op de grond te hoeven zitten. Dus ook wij hebben de planning aangepast en de taken verdeeld. De bagage staat al ingepakt en ik breng deze vast in de wachtruimten en regel gelijk twee stoelen, terwijl Renée de hut netjes achterlaat en de laatste spulletjes inpakt.
Er is al aardig wat bezet en de eerste chagrijnige gezichten heb ik ook al waargenomen. Te laat komen en toch de beste plek hebben lukt hier slecht.
We nemen nog een kop koffie aan boord en wachten geduldig op het sein dat we naar het autodek mogen.
En dan breekt de hel los. 1400 passagiers tegelijk naar het autodek dat is echt gillen. Italianen en Duitsers spannen de kroon. De bagage die in de auto geladen moet worden lukt niet als de auto’s maar 10 centimeter van elkaar staan. Dus zo hier en daar wordt het kookpunt al snel bereikt. Ouders die kinderen afblaffen dat ze geduldig moeten zijn en er zijn er bij die het toch lukt om in hun voertuig te komen en alvast de gordels vast maken terwijl het nog zeker een dik halfuur duurt voordat de boot aanmeert. Gelukkig wachten ze wel met het starten van de motoren J. Altijd weer hilarisch om naar te kijken.

Exact om tien voor half negen ligt de boot vast en kunnen de eersten van boord.
Wij zijn een goed half uur later aan de beurt en rijden van het schip richting douane. 
Ook daar is het weer aansluiten. We zien alweer verschillende stunts van motorrijders en ook onze Italiaanse vrienden laten zich niet onbetuigd hun camper overal voor te persen en dat gaat soms maar net goed. Mijn spiegel van de auto wordt op een haar na gemist.
Er worden ook wat auto’s uitgepikt voor drankcontrole, maar wij kunnen door en rijden het land binnen in de mist en wat lichte neerslag, op weg naar de eerste besneeuwde pas die we over moeten.
Na drie kwartier zijn we in de eerste grote plaats en begint de run op IJslandse kronen. Bij de banken is het een drukte van jewelste.
We kiezen er voor om toch eerst tegen de wijzers van de klok in te rijden, dus gelijk naar het meest noordelijk punt dat ligt aan de Poolcirkel.
Bij een tankstation worden we nog even bijgestaan door twee jongens die ons  uitleggen hoe wij de kortingspas moeten gebruiken want dat het is een beetje ingewikkeld. We blijven tenslotte Nederlanders: “Ons ben zunig!”

We vervolgen onze weg steeds noordelijker. In het eerste dorp waar we door rijden kijken we even op de camping of het er goed uitziet, maar helaas, geen kip te bekennen en ongezellig dus door naar plaats twee.
We maken gelijk ook kennis met de zogenaamde  gravel roads. Er vliegen nogal wat stenen in het rond. Als we tegenliggers krijgen gaan we, zoveel als het mogelijk is, uit elkaar rijden om niet gelijk naar de firma Carglas te moeten.

We komen na een uur of vijf rijden aan in de plaats Pòrshövn en zoeken een plekje op een leuk campinkje. Het is een prachtig plaatsje en er breekt zowaar een waterig zonnetje door.
Na het op zetten van de tent lopen we even naar het dorp voor brood en uiteraard willen we een lekker visje scoren voor het avondmaal.
Er is in het dorp een tankstation annex supermarkt en frituur maar die verkoopt alleen
brood uit de diepvries.
Dus naar de enige echte kruidenier en hier is het gelijk raak. Vers brood en een heerlijke zalm voor het avond maal.
Inmiddels is de bedrijvigheid ook op de camping toegenomen. Een aantal off the road vehikels en een enkele camper.
Om 20.00 uur komt de campingbeheerder de centjes innen, of bij gebruik van een Iceland card, (wat wij doen) daar een kruisje op zetten.
De card is 28 dagen geldig en we betalen alleen voor stroom en soms warm water. En dat zal je weten ook! Voor stroom moet nog eens 800 kronen =  € 5.60 worden afgetikt, de douche was op deze camping gratis.
Na de heerlijke maaltijd zoeken we snel de kooi op. De temperatuur is buiten gezakt tot dicht bij de nul graden, brrrrr. Diep in de slaapzak en extra dekens kan Renée niet echt op temperatuur krijgen dus een nachtje afzien. Morgen nog meer kleding en mutsen de tent in om het warm te krijgen. We zijn ten slotte aan de Poolcirkel.

Dag 6 en 7

Na een spartaans koude nacht staan we om 7 uur op om het ontbijt te maken.
Daarna de tent inpakken en dan echt op weg naar de noordelijkste punt van IJsland, de vuurtoren Hraunhafnartangi aan de Poolcirkel.
Eerst naar het plaatsje Raufarhöfn, de meest noordelijk stad, vroeger bekend van de haringvangst. Er wordt nu een soort Stonehenge gebouwd in navolging van het Britse evenbeeld als een bezienswaardigheid voor de toeristen.
Dan gaan we weer een gravelroad op voor de laatste 9 km naar de vuurtoren.

We parkeren de auto en gaan te voet langs veel aangespoeld wrakhout en stukgeslagen vissersnetten, heel imposant, richting de markering van de Poolcirkel.
Als je dit laatste stuk te voet aflegt kun je een certificaat voor het bereiken van de pool ophalen in Raufarhöfn in het plaatselijke hotel.
We hebben veel geluk met het weer, een zonnetje en bijna geen wind, erg fraai om hier te vertoeven. Uiteraard worden er plaatjes gemaakt van dit unieke stukje IJsland.
En dan op naar het nationaal park Asbyrgi, maar eerst nog 45 km gravelroad
Bij aankomst zien we een prachtige camping met alle faciliteiten. We blijven hier twee nachten om morgen naar de schitterende watervallen, de Dettifoss en Selfoss te gaan kijken.

Na weer een fris nachtje gaan we vroeg in de ochtend op weg naar de waterval. Een bijna niet te rijden gravelroad met gaten, kuilen en los liggende keien is ons deel.
Voorzichtig manoeuvreren we over de weg en bidden en smeken dat onze Rav4 niet de geest geeft of banden die denken: zo is het wel genoeg.


Na 25 km zien we de Dettifoss waterval. Het regent nog steeds en geen spoor van zon te bekennen, maar niet getreurd, een regenjack en ijsmuts doen wonderen. We dalen af over gigantische basalt blokken tot we in de canyon kunnen kijken en de massa water naar beneden zien vallen. Het is de grootste waterval van Europa met de meeste kubieke meter waterverplaatsing per seconde.

Van hier uit kunnen we ook naar de Selfoss waterval lopen, een mooie hike van 4 km heen en terug. Adembenemend is dit natuurwonder.
Na  twee en een halfuur zijn we weer terug. Het is nog steeds nat maar we werken vanmiddag aan de blog dus komen de tijd wel door.

Morgen een stukje richting Húsavík en Mývatn!!