woensdag 22 juli 2015

Relax dag met hotpot en sauna.



Dag 9 en 10

Eindelijk is het weer droog na 40 uur en dat is lekker om op te breken. Alles is nog wel kletsnat maar met een paar plastic zakken kunnen we de spullen zo uitsplitsen dat de binnentent en nog wat ander spul droog meegaan.
Renée maakt een run richting douche om net voordat iedereen hier wakker wordt een cabine te bemachtigen.



Het is waanzinnig druk op campings die aan de ringweg liggen. Alle bussen die vanaf Reykjavik komen stoppen alleen maar aan deze weg. Dus alle passagiers en backpackers lopen dan naar de dichtst bij zijnde camping en ook de tour organisaties leveren hun klanten af in een hostel of camping zo dicht mogelijk bij rondweg 1.
De toeloop is massaal in dit jaargetijde wat als zomer wordt aangeduid, maar het deze keer niet is. Zelfs de IJslander klaagt steen en been dat het dit keer wel heel bizar koud en nat is. De een zegt dat het in tien jaar niet zo slecht is geweest en de ander heeft het zelfs over 20 jaar. En zij menen dat oprecht, het is van hen geen smoesje.
De droog föhn bij de toiletten op de campings maakt overuren, geen moment is hij onbezet. Als je van het toilet komt en je handen wast wordt er vanuit gegaan dat je je handen buiten laat opdrogen want de föhn is en blijft bezet voor het drogen van handschoenen, kleding en handdoeken.
Vooral de jongere backpackers hebben het zwaar te verduren. De meesten hebben niet al teveel kleding bij zich en hebben de hele nacht liggen klapperen van de kou in de kleine tentjes.




Om half negen gaan we richting Akureyri, de op een na grootste stad op IJsland.
Het is ongeveer 100 km van Myvatn. Onderweg is veel te zien, uiteraard ook een waterval: de Godafoss.







Als we om half elf Akureyri binnen rijden is het gelukkig nog droog en gaan we gelijk de bezienswaardigheden bekijken waaronder de kerk, de winkelstraten en de public library waar we gratis gebruik kunnen maken van internet en mooi de blog kunnen plaatsen van dag 8.





We vervolgen onze weg richting Saudárkrókur. Onderweg vinden we nog een historisch boerderij complex, Glaumbaer, dat zeer de moeite waard is alleen al om te zien hoe deze plaggenhutten gebouwd zijn en tot 1947 zelfs bewoond waren.



De volgende plaats op onze route is Saudárkrókur waar we de tent opslaan voor de overnachting. Als we op de camping aankomen zijn we de eerste en voorlopig enige passanten. Na een uur komt er nog een Nederlandse camper en een paar Italiaanse fietsers op het veld. De fietsers vragen ons hoe het gaat met betalen van de plaats. We leggen uit dat er in de avond wel iemand langs komt om het geld te innen of je campingcard aan te kruisen.

We zien dat de Italiaanse fietsster al behoorlijk gehavend is met schaafwonden in het gezicht en ze loopt ook niet al te gemakkelijk. Ik heb wel met ze te doen De harde wind en regen maken het geheel niet tot een pleziertochtje.
Als we terug komen van een rondje door het dorp zien we dat we buren hebben gekregen. Nu is de camping wel twee voetbalvelden groot maar de twee jonge mannen staan bijna bij ons binnen geparkeerd. Toch een beetje raar als er zoveel plek is. Het lijkt er ook op dat kamperen niet tot de meest favoriete bezigheid van de twee is gezien de spectaculaire tijd die ze uit trekken om hun mini dome-tentje op te zetten.
Maar we kunnen ook niet allemaal “super kampeerders” zijn!
Er ligt vanavond weer een heerlijk stukje zalm te pruttelen in de pan en dat met gele rijst en witte bonen; het diner is in ieder geval uitstekend.
Om tien uur duiken we onze mand in en proberen de slaap te pakken. Maar om half elf komt er nog een laatbloeier de camping op getoerd en parkeert pal aan de ander kant van onze tent. Zo staan we toch nog lekker kortjes bij dichtjes.
Na een half uurtje hameren is ook deze gast klaar en gaan wij nogmaals proberen Klaas vaak met een bezoek te vereren.
Om 4 uur in de ochtend zit ik kaars rechtop in de tent. Ik hoor op dit uur de auto van onze buurman starten, dat is een vroege vogel.
Na een minuut of vier denk ik er over de man met een bezoekje te vereren en te vragen of hij eventueel de auto ook weer kan uitzetten. Als ik de tent open maak zie ik de jonge man achter het stuur zitten met zijn bivakmuts op, klapperend van de kou.
Ik vraag dringend of de motor uit mag omdat wij nog wel een paar uurtjes willen knorren en dat mag, dus dat valt niet tegen.
‘s Morgens ontmoet ik de jongen weer en vraag hem of hij weet hoe gevaarlijk het is om met je uitlaat van de auto in een tent te gaan staan blazen.
Nee dat wist hij niet. Ik had het zo koud dat ik dacht: ik ga lekker in de auto zitten om een beetje warm te worden. Ik heb hem uitgelegd dat zijn maatje wel dood had kunnen zijn door hem van zo dichtbij te bestoken met uitlaatgassen. Hij kijkt mij vragend aan en schudt zijn hoofd van nee. Wij zijn fietsers uit Spanje en hebben uit nood een auto gehuurd omdat het weer zo slecht is. We hebben ook niet al teveel spullen mee en nog sorry voor vannacht, zegt hij. Ik zeg dat het geen probleem voor ons is en wees maar blij dat je maatje nog leeft.
Wij wensen de jongens nog een goeie reis en een fijne vakantie.


Zelf gaan we na het ontbijt richting twee thermaal bronnen die hier in de buurt moeten zijn. De tip hebben we van een paar jongens uit Slowakije. We moeten wel 16 km over een vreselijke slechte weg om uiteindelijk de twee bronnen te vinden.
Na een half uur hotsen en botsen kom we op een wel heel fraaie locatie, ver van de bewoonde wereld, een klein paradijsje.
We drinken eerst een bakkie en dan gaat het richting het bad van 42 graden.
Het is echt absurd. Op een afstand van nog geen drie meter van de Atlantische oceaan twee zulke bronnen.






We genieten samen met nog vier Fransen van dit spektakel en dobberen heerlijk een uurtje in de poel buiten waar het op dit moment 5 graden is. Top.


Eind van de middag wacht ons nog een evenement: een sauna. Om een uur of vier melden we ons bij de receptie en betalen ongeveer € 9.50 voor 2 personen.
Dan kun je gebruik maken van alle faciliteiten die het bad te bieden heeft zoals een Whirlpool van 42 en een van 39 graden, het zwembad, de infrarood sauna en een Finse sauna plus gratis koffie en krachthonk maar daar doen wij gespierde spijkers niet meer aan.Na een uurtje of 3 sluiten we de dag af met een lekkere vis en chips bij het Hard Wok Café. Morgen gaat het nog verder richting de West Fjorden.

Dag 11

Om 6.15 uur staan we op. Lekker vroeg want het is tenslotte vakantie en dan moet je wat aan de dag hebben.
Deze keer alles lekker droog inpakken! De temperatuur meter geeft al 8 graden aan wat een luxe!
Om 8.15 uur vertrekken we naar Blönduós, een plaats aan de andere kant van het fjord. Het is zo’n 60 km; heerlijk rijden met een gangetje van 90 km per uur.
Als we in de plaats komen gaan we eerst aan de koffie en daarna naar de super voor een lekker vers brood.
Op naar de volgende plaats Hvammstangi, nog zo’n 62 km. Een prachtige route langs een van de rivieren die vol met zalm zit en zeer geliefd is bij de vissers.


Op een gegeven moment komen we op een kruispunt wat heel herkenbaar is voor ons. We kijken elkaar aan en schieten in de lach.
We zijn bijna weer terug bij ons uitgangspunt van vanmorgen!! Even een klein oriënteringsprobleem, dus moeten we terug. 104 km voor Jan Joker! Er is op IJsland nauwelijks een weg maar wij zien kans om verkeerd te rijden J.
Waarschijnlijk zijn we verwend met de Tom Tom de laatste jaren, maar alles komt goed. We draaien om en gaan weer terug naar de mooie zalmrivier en volgen weg nummer 1 tot de afslag Hvammstangi. Na zes km zijn we op camping nummer 5 in zeven dagen.

Vanmiddag de blog bijwerken en morgen goed gemutst opnieuw op pad.