maandag 10 augustus 2015

"Paris-Dakar" in IJsland.



Dag 27

Vandaag een dag van wikken en wegen. Gisteravond uitgebreid het weer bestudeerd wat het gaat worden. En om het met de beste “on liner” die er is betreffende het weer te zeggen: Het kan vriezen of dooien. Dat geldt zeker voor IJsland, daar kan het in 5 minuten weer anders zijn en wij nemen dan ook een afwachtende houding aan. Gisteren hadden we lekker zon bij de Bleu Lagoon, waar we keken naar de badende gasten die met hun mobieltje en de tegenwoordig erg in zwang zijn de “GO PRO videocameraatjes”, voor op je hoofd of op een stok, lekker door het water paradeerden, zodat ze thuis later alles nog eens konden bekijken.
Na alweer een onstuimig nachtje en druilerige regen besluiten we een rondritje te maken rond Keflavik en Grindavik met een uitvluchtje naar Reykjavik. Vluchten kan niet meer. Op de richting die we op moeten wordt nog slechter weer verwacht dus is dit de beste optie.
We rijden eerst richting Reykjavik, daar hebben we een grote Outlet gezien en je weet maar nooit of er nog wat te scoren is. Niet dat er in IJsland heel veel goedkope hebbedingetjes te koop zijn. Na de koffie slenteren we rustig rond en kijken af en toe met een schuin oog naar buiten of er al een waterig zonnetje is te bespeuren, maar helaas het blijft nat. Na een paar uur hebben we het wel gezien en gaan richting Keflavik, om van daaruit naar de vuurtoren van Gardour te rijden waar misschien nog een paar zeehondjes zijn te spotten. Maar het enige wat we zien zijn de eenden die met hun jongen in de weer zijn.


 Dan gaan we naar het hoogtepunt van de dag: De brug waar je van het ene continent naar het andere kan lopen en dat is wel heel bijzonder. Je loopt van de Euraziatische naar de Noord-Amerikaanse plaat. En dit is misschien de enige plaats ter wereld waar dit kan.



Dag 28

Het is droog en dat is al heel fijn. De tent nat inpakken is nooit een pretje.
Het plan is er vandaag een soort “ Parijs Dakar rally” van te maken. We gaan naar het hoog gelegen Landmannalaugar. Om daar te komen heb je een 4x4 aandrijving nodig, voor andere wagens is het verboden. De wegen lenen zich uitstekend voor een staaltje “rammen met je auto”.


Eerst hebben we een aanlooproute van 150 km en dan gaat de weg over in gravel. Dit blijft de komende 15 km en dan begint het spektakel omhoog richting het natuurpark.
Dit stuk weg is nogmaals 32 km over een weg of pad dat zo ongelooflijk slecht is, dat is met geen pen te beschrijven. Een soort wasbord vol met kuilen en gaten en doorwaadbare plaatsen waar we met auto en al door moeten. Bij het eerste riviertje is het nog goed te zien of het wel of niet kan. Daar gaan we dan ook makkelijk doorheen.

Dan worden we voorbij gereden door een paar motorijders die er flink overheen peren.
Maar bij de tweede rivier, waar inmiddels de motorrijders ook staan, wordt er flink gediscussieerd waar het beste punt is om de oversteek te maken. De motorrijders nemen een afwachtende houding aan en gaan aan de lunch. Inmiddels zijn er nog meer auto’s bij gekomen maar niemand neemt het voortouw. Ik zeg tegen Renée dat ik ook nog even de kat uit de boom kijk omdat onze auto redelijk volgeladen is en dieper ligt dan de anderen.
Een motorrijder werpt zich op als “de man die het weet” en zegt tegen mij dat ik het linkse deel van de rivier moet nemen. Dan kom je uit op de camping in het natuurpark en van daar kun je dan weer op de oorspronkelijke route komen.


Aan de andere kant gaat een van de auto’s het proberen. Hij steekt over, dat gaat nog wel, maar loopt vast en kan niet verder. Hij zet zijn maat uit de auto om te kijken of er nog andere mogelijkheden zijn en komt alvast achteruit weer uit de rivier.
Dan komt er een busje, een soort pendeldienst, die backpackers naar de camping brengen, om vandaar uit in 4 dagen weer terug te lopen naar de bewoonde wereld. Hij kijkt niet eens, ploft de rivier in en gaat aan de andere kant verder. Verbaast kijken we er naar hoe hij door de 40 centimeter diepe poel gaat. Inmiddels staat de man aan de overkant luid te zwaaien naar de auto waar hij is uitgestapt. Hij is niet van plan om te komen lopen naar deze kant.
Als er een schaap over de dam is gaan er meer en de 4 wachtende auto’s rijden er nu ook door op een na en dat zijn wij.

We geloven heilig in de route die de motorrijder aan ons geeft en nemen de linkerkant van de rivier en ook dat gaat best goed. Aan de overkant is het pad goed te rijden en in 10 minuten zijn we bij de camping. En dan verassing twee voor vandaag: We kunnen niet verder. We rijden tegen een lint aan dat over het pad is gespannen met een bord eraan ver boden voor 4x4 auto’s, alleen motoren mogen verder.
Dus terug naar de rivier waar de Zwitserse motorijder, die ons de weg had gewezen, nog steeds staat te overleggen waar ze er nou door zullen gaan.
Hij kijkt verbaasd als hij mij ziet terugkomen. Ik zeg dat het gesloten is voor auto’s en daar snapt hij helemaal niks van. Het afgelopen jaar was hij ook via deze route gegaan.
Nou dit keer lukt dat niet. We vragen ons af hoe dat kan. Het kan zijn dat er teveel sneeuw laat in het seizoen is gevallen of erg veel regen. Als we door zouden rijden langs de andere kant, waar de auto’s voor ons al heen gingen, krijgen we nog 4 doorwaadbare plaatsen. We nemen het risico niet en besluiten terug te rijden.


Na ruim 2 uur zijn we weer terug in de bewoonde wereld. Via rondweg 1 gaan we op weg naar Vik. Onderweg komen we langs het informatiecentrum van de Eyjafjallajökull, de vulkaan die in 2010 voor veel onrust zorgde en in Europa het vliegverkeer van en naar IJsland volkomen lamlegde. De indrukwekkende foto’s van de uitbarsting hangen hier aan de wand. We vervolgen onze weg naar(alweer) een waterval en wat voor een!


De Skógafoss, een machtige en statige waterval met een heuse regenboog als de zon schijnt. Het is er weer net als op alle plaatsen waar wat de te zien is een drukte van jewelste. We treffen het met het weer, de zon schijnt, en we maken een paar mooie kiekjes.




Als de zon dan even later achter een wolk schuil gaat horen we een massaal gejoel van de mensen die ook graag de regenboog op het plaatje erbij wilden en die is er niet als de zon niet schijnt. Om 4 uur zijn we na een slopende dag op de camping in Vik Wij noemen deze dag een dag met 3 sterren!!