woensdag 12 augustus 2015

Tussen Vik en Höfn.



Dag 29

We dachten de dag rustig te beginnen na de dag met de ruige safari, maar niets is minder waar. Tegen de ochtend is het toch weer windkracht 10-11.
En het wordt weer een klus om de tent op een fatsoenlijke manier te strijken en hem zonder schade in de opbergzak te krijgen. We pakken zoveel mogelijk in, inclusief binnentent en dan gaan we gedoseerd de haringen verwijderden en hopen dat we niet met tent en al als een vlieger opstijgen. Maar het gaat naar wens, als de tent helemaal los is duiken we er alle twee op zodat hij niet kan opstijgen. Nog een kwestie van in de hoes doen en klaar is Kees.
Daarna gaan we de blog plaatsen in de ruimte waar gekookt wordt. Het is er bomvol met backpackers die hun tentje ook hebben verlaten met deze wind en kou. We vinden nog net een stoel en gaan aan de slag. Gelukkig is de verbinding snel en zijn we zo klaar, het thuisfront is ook weer op de hoogte.

We gaan op pad naar het strand van Vik waar we het pikzwarte zand zien en de rotsen die in zee staan. Een prachtig gezicht. We maken wat foto’s en gaan dan een kilometer of vijftien terug om naar een vogelrots te gaan waar we ook nog de Puffin kunnen zien. Als we boven bij de rots aankomen is het er niet druk, wel waait het er verschrikkelijk hard en hebben we hals werk om niet in zee te worden geblazen. Maar waar we ook kijken, geen Puffin te zien. Waarschijnlijk zijn ze al vertrokken naar warmere oorden. Toch heb ik er nog twee gespot en wel vlakbij. Ze doken ineens op!


Terug in Vik gaan we tanken en koffie drinken en daarna gaan we zo’n 100 km naar het Noordoosten, alvast een klein stukje de richting uit vanwaar donderdag de boot vertrekt. Dat is vanaf Vik nog 600 km en we willen de laatste dagen niet al te grote afstanden rijden.
We kamperen op een klein campinkje vlak bij een waterval.



En dat blijkt later onze eerste totaal gratis nacht te worden. Normaal komt er iemand om een uur of 8 in de avond met de collectebus maar we hebben niemand gezien. Om tien uur wil ik toch echt wel naar bed en vraag bij de buurvrouw hoe lang zij wachten. Zij zegt: ik ga ook slapen er zal morgenochtend wel iemand komen. Maar ook om halfnegen ‘s morgens nog geen spoor en ook geen busje waar we het geld in kunnen doen. We hebben een IJslandse campingcard en hoeven alleen maar 111 krona toeristenbelasting te betalen, dat is omgerekend 75 cent, dus ook geen doodzonde als we zomaar vertrekken.


 Dag 30

Verder vandaag naar het Noordoosten. Het doel is om naar Höfn te gaan en onderweg nog een paar high lights te bekijken. Eerst rijden we langs een deel van de grote gletsjer de Vatnajokull. Onvoorstelbaar wat een gigantische plaat met sneeuw en ijs dit is. Je komt er niet uitgekeken. Diverse malen stoppen we om foto’s te maken of een stukje film. We nemen er alle tijd voor, de afstand vandaag is maar 203 km. Het volgende hoogtepunt is het ijsmeer Jökulsarón.


Wat we hier voorgetoverd krijgen is nauwelijks te bevatten. Wat een schoonheid, met open mond staren we naar de gigantische brokken ijs die loskomen van de gletsjer en langzaam naar open zee drijven. Ademloos hebben we dit spektakel gadegeslagen en er lustig op los gefotografeerd en gefilmd.

Kort na de middag komen we in Höfn aan met schitterend weer en weinig wind. Een verademing. We zetten de tent op gaan lekker naar het zwembad om weer eens plaats te nemen in een Heitir Pottar en in een stoombad. Zelf ben ik er een liefhebber van, als je goed bent door gewarmd, om even plaats te nemen in een ijsbad.
Met afgrijzen zie ik de mensen kijken en ik denk: Ik ga er gewoon een spelletje van maken en kijken of ze er in trappen. De twee Argentijnse mensen bij ons in het bad vertel ik dat het heel gezond is en dat het in de sport veel wordt gebruikt. Zowel de dame als mijnheer wijzen het lachend van de hand. Nee, wij gaan niet in een ijsbad. Maar als je maar blijft aandringen en Renée ook zomaar in het ijsbad gaat zitten, wil mijnheer zich niet laten kennen en gaat voorzichtig richting bad en overwint zijn angst. En als er een schaap over de dam is volgen er meer. Ook twee Zwitserse jongens vinden het een enge gedachten om in het ijsbad te gaan zitten, maar door met ze te praten en veel te lachen als weer een het aandurft, komen we op een gezellige manier de dag weer door. Nog een dag rijden en we zijn IJsland rond en wacht ons de boot naar de Faeröer eilanden. De kilometerstand in IJsland staat intussen op 4160 km!!